Als je langere tijd weinig koolhydraten eet, gaat je lever ketonen maken. Deze ketonen kunnen gemaakt worden uit vetten die je via je eten binnen krijgt of doordat je lijf lichaamsvet gaat afbreken. Als je lichaam ketonen produceert ben je dus in ketose: een toestand waarin je energie geleverd wordt door vetten en niet door suiker (koolhydraten). ‘In ketose zijn’ is een natuurlijke aanpassingsstrategie van het lichaam, waardoor we ook in tijden van honger (dan teren we dus op onze vetreserves) kunnen overleven. Toch is er veel verwarring over de term ‘ketose’, zowel onder leken als medisch deskundigen. Wanneer en waarom ben je in ketose? En wat is het verschil met ketoacidose, een toestand die levensgevaarlijk kan zijn?

Koolhydratenverbranding

Cardioloog Alex F. Sigurdsson legt uit dat je het menselijk lichaam kan zien als een biologische machine. Om te functioneren heeft die machine energie nodig. Waar sommige machines elektriciteit nodig hebben, werkt ons lichaam meestal op glucose (koolhydraten). Om energie te krijgen moeten cellen glucose uit het bloed opnemen, hiervoor heb je insuline nodig. Als glucose is opgenomen vinden er een aantal reacties plaats in de cellen, waarbij energie vrijkomt.

Als je teveel glucose eet slaat je lichaam dit voor een gedeelte op als glycogeen in de spieren en lever dit kan je lichaam later gebruiken. De glycogeenvoorraden in de lever zorgen ervoor dat je bloedsuikerspiegel normaal blijft. De glycogeenvoorraden in je spieren zorgen ervoor dat je spieren voldoende brandstof hebben.

Een overschot aan koolhydraten kan alleen ook opgeslagen wordt als lichaamsvet. Dr Eenfeldt zegt hierover: “Als je veel koolhydraten eet heb je meer insuline in je bloed. Dit hormoon zorgt er onder andere voor dat glucose de cel in gaat, maar zorgt er ook voor dat je glucose gaat opslaan als lichaamsvet. Als je veel insuline in je bloed hebt ben je ook minder snel verzadigd: je hebt meer honger. Hierdoor ga je meer eten, vaak zijn dit nog meer koolhydraten. Het resultaat hiervan is dat je nog meer insuline aanmaakt, waardoor je nog meer glucose als lichaamsvet op gaat slaan.” Een vicieuze cirkel dus!

Dr Lustig legt dit ook erg goed uit in dit filmpje.

Overschakelen naar vetverbranding

Cardioloog Sigurdsson legt uit wat er gebeurt als je minder koolhydraten gaat eten: “Als je minder koolhydraten eet gebruikt het lichaam vetten en eiwitten voor energie. Als er geen koolhydraten beschikbaar zijn, gaat de lever ketonen produceren. De meeste cellen zijn in staat ketonen, als brandstof te gebruiken.” Als je een periode weinig koolhydraten eet, maak je de glycogeenvoorraden in je lever en spieren op. Als deze voorraden op zijn, gaat je lichaam lichaamsvet afbreken. Hierbij komen vetzuren vrij, die gebruikt kunnen worden als energie. Niet alle cellen kunnen gebruik maken van deze vetzuren. Om deze reden wordt een deel van de vetzuren worden omgezet in ketonen: een goede energiebron voor bijvoorbeeld het brein.

Of er helemaal geen glucose nodig is? Jawel, er zijn een paar cellen die wel glucose nodig hebben. Diëtiste Spritzler zegt hierover: “Er zijn een aantal cellen die niet optimaal gebruik kunnen maken van vetzuren of ketonen als brandstof. Dit is geen probleem: je lever is in staat zelf glucose te maken voor deze cellen.”; voor hersencellen en rode bloedcellen is dat lastiger. Hersencellen kunnen zich echter aanpassen en zijn dan in staat ketonen die vrijkomen bij de verbanding van vet te gebruiken voor energie.

Maar ketonen worden niet alléén geproduceerd als de glycogeenvoorraden op raken. In feite produceert de lever voortdurend ketonen. Onderzoek toont aan dat het hart en de nieren liever ketonen dan glucose als brandstof gebruiken. Een teveel aan ketonen verlaat je lichaam vanzelf weer via urine en wanneer je uitademt via de longen. Als je in ketose bent is dat dus gemakkelijk aan te tonen via de urine.

De koolhydraatarme/keto aanpak

Cardioloog Sigurdsson zegt dat je in ketose kan komen als je het aantal koolhydraten per dag omlaag brengt naar maximaal 25 gram per dag. Je eet dan voedsel dat rijk is aan natuurlijke vetten en eiwitten en minder koolhydraten heeft. Typische koolhydraatarme producten zijn boter, rundvet, reuzel, eendenvet, slagroom, olijfolie, kokosolie en groene bladgroenten.

De cardioloog erkent dat veel mensen nog moeite hebben te geloven dat deze manier van eten gezond is. “Zij zijn gewend dat zij minder vetten moeten eten, dat is wat zij jarenlang gehoord hebben. Er zijn alleen geen bewijzen dat een koolhydraatarme/keto aanpak ongezond is. Mensen die minder koolhydraten eten vallen af. Daarnaast verbetert hun insuline gevoeligheid. Bovendien tonen studies aan dat de koolhydraatarme/keto aanpak zorgt voor minder triglyceriden in het bloed en een hoger HDL-cholesterol (het ‘goede’ cholesterol), hierdoor neemt het risico op hart- en vaatziekten af. Dit in tegenstelling tot vetarme diëten. Er zijn ook aanwijzingen dat de koolhydraatarme/keto aanpak de groei van kankercellen beïnvloeden (ze groeien minder snel) en de kwaliteit van leven van kankerpatiënten verbeteren.”

Naast bovenstaande voordelen noemt diëtiste Spritzler nog een aantal extra voordelen: je honger en verzadigingsgevoel wordt weer normaal, diabetes en prediabetes kunnen worden omgekeerd. Ook voor duursporters kan de koolhydraatarme/keto aanpak goed werken: duursporten wordt makkelijker.

Koolhydraten diëten worden zelfs gebruikt als remedie tegen epilepsie bij kinderen en er zijn aanwijzingen dat ook volwassen mensen met epilepsie er bij baat bij zouden kunnen hebben. Dit was overigens al bekend in 1920, maar toen moest een ketogeen dieet plaats maken voor medicijnen tegen epilepsie.

Klachten in het begin
De omschakeling van het lichaam van de koolhydraatverbranding naar de vetverbranding heeft tijd nodig. Mensen die net begonnen zijn met de koolhydraatarme/keto aanpak kunnen last krijgen van verschillende klachten: hoofdpijn, misselijkheid, vermoeidheid, een droge mond, een slechte adem, maagklachten, vaak moeten plassen en een ‘duf’ hoofd. Deze symptomen duren vaak maar een paar dagen. Wat helpt de symptomen te verminderen is veel te drinken en extra zout en magnesium toe te voegen.

Hoe merk ik dat ik in ketose ben?
Je hoeft geen gebruik te maken van ketosticks of bloedketonenmeters om te weten of je in ketose bent, er zijn namelijk een aantal kenmerken die je kan merken en die aangeven dat je in ketose bent. De kenmerken zijn: een droge mond en meer dorst, een metaalachtige smaak, vaker moeten plassen, een kenmerkende adem (aceton/fruitig), toename van energie en afname van hongergevoel.

Welke mensen moeten extra opletten?
In principe kan IEDEREEN starten met de koolhydraatarme/keto aanpak. Sommige mensen moeten echter wel extra alert zijn als zij gaan starten. Volgens diëtiste Spritzler kunnen de mensen met bepaalde aandoeningen het best voorafgaand aan de start met de koolhydraatarme/keto aanpak naar hun huisarts of specialist gaan om dit aan te geven. Mogelijk moeten er aanpassingen zijn met betrekking tot medicatie, of moet je extra aandacht hebben voor bepaalde risico’s.

Het gaat om mensen met de volgende aandoeningen:
– Diabetes type 1
– Diabetes type 2, gebruikmakend van bloedsuikerverlagende medicatie of insuline
– Mensen die medicatie slikken voor hoge bloeddruk
– Mensen met leverfalen, hartfalen of nierfalen
– Mensen die een gastric bypass gehad hebben

Als je de koolhydraatarme/keto aanpak gaat bespreken met je huisarts of specialist kan je gebruik maken van de brief voor zorgprofessionals.

Ketose is geen ketoacidose

Waar nog veel onduidelijkheid over bestaat is ketose VS ketoacidose. Veel specialisten denken dat in ketose gevaarlijk is. Ze verwarren dit met een levensbedreigende situatie: ketoacidose. Ketose is echter iets heel anders dan ketoacidose. Cardioloog Sigurdsson zegt hierover “ketoacidose is een toestand waarbij het bloed zuur wordt als gevolg van een teveel aan ketonen. Dat kan ernstige gevolgen hebben en, mits niet behandeld, leiden tot een coma en de dood. De ziekte komt meestal voor bij diabetici, voornamelijk mensen met diabetes type 1. Zij kunnen zelf geen insuline meer aanmaken en lopen hierdoor het risico op een onveilige hoeveelheid ketonen in het bloed.”

Waarom krijgen mensen die in ketose door hun koolhydraten uit voeding te verlagen dan geen ketoacidose? Bij gezonde mensen weet het lichaam de zuurgraad van het bloed normaal te houden. Als ketonen hoger worden gaat het lichaam meer glucose aanmaken uit eiwitten, waardoor het meer insuline gaat produceren. Hierdoor wordt verdere stijging van het aantal ketonen in het lichaam voorkomen en verzuurd je bloed niet verder.

Volgens diëtiste Spritzler moeten vooral mensen met diabetes type 1 opletten: “Mensen met diabetes type 1 die geen of onvoldoende insuline nemen krijgen hoge bloedsuikers en hoge bloedketonen. Hun lichaam kan namelijk zelf geen insuline meer aanmaken, waardoor je ketonen blijven stijgen en je bloed verzuurd: je ontwikkelt ketoacidose. In sommige gevallen kunnen mensen met diabetes type 2 ook een ketoacidose krijgen. Het gaat hierbij om mensen die SGLT2 remmers gebruiken.”

.